Verschillende pompoen soorten

Hokkaido pompoen (In het midden, vooraan)

De pompoen die je het meest in de Nederlandse winkels vindt is de Hokkaido pompoen (genoemd naar het Japanse eiland Hokkaido). Ook van de Hokkaido pompoenen zijn weer veel ondersoorten.  Ze worden bij ons meestal Hokkaido’s genoemd, hoewel de oranje ook bekend staan onder de naam red kuri. Ik vind de hokkaidopompoen een van de meest smaakvolle pompoen soorten en omdat hij niet te zoet is, is hij erg goed te combineren met hartige gerechten. Dit kleine Japanse pompoentje heeft donkeroranje vruchtvlees. Wat de meeste mensen niet weten van deze pompoen, is dat je de schil kunt eten en dat je hem voor de meeste gerechten (zoals soep, risotto of stoofschotels) niet hoeft te schillen.

Flespompoen ook Butternut pompoenen. (De lichte lange pompoen links achter)

De flespompoen is een kleine tot middelgrootte pompoensoort die ook wel bekend is onder de naam Butternut. Hij dankt zijn naam aan zijn vorm welke op een fles of peer lijkt. De flespompoen heeft oranje vruchtvlees en veel minder pitten en zaadlijsten dan de Hokkaido pompoenenen, waardoor ze makkelijker zijn schoon te maken. Ze hebben een dunne, gladde, harde crèmekleurige schil, die met een dunschiller te schillen is.
De flespompoen is vrij zoet, vandaar dat in Amerika deze Butternut traditioneel wordt gebruikt voor hun pumkin pie en is uiteraard ook erg geschikt voor andere zoete gerechten.

Spaghettipompoen. (De lichtgroene pompoen in het midden achter)

De spaghettipompoen dankt zijn naam aan zijn spaghettiachtige vruchtvlees. Ook dit is een Japanse pompoensoort.
Na het koken valt het gele vruchtvlees in spaghettiachtige sliertjes uiteen. Misschien is dit ook de rede dat ik van spaghettipompoen vooral veel spaghetti- en noodleachtige recepten heb gevonden? Er zit niet veel smaak aan het vruchtvlees en de structuur ervan is draderig. Het is zeker geen pompoen voor beginnende pompoeneters.

Blue Hubbard (Rechts achter)

Blue Hubbard is een grote, ovale pompoen met een prachtige grijsblauwe huid die van binnen diep oranje is. De pompoen wordt 4 tot 10 kilo zwaar, daarom ook wel  ‘Large Blue Hubbard’ genoemd.
De smaak is nootachtig en zoet en komt in de buurt van een zoete aardappel.
De Blue Hubbard groeit tot ongeveer 20 a 35 cm in diameter.
Mocht 4 tot 10 kilo pompoen nou iets te veel zijn van het goede, er bestaat ook een baby Blue Hubbard.

Patisson (Links, vooraan)

Ik moet bekennen dat ik deze pompoensoort zelf nog niet gegeten heb. Ik durf er nog niet aan te beginnen. Deze joekel zag er zo mooi uit dat ik vond dat hij op de foto moest. De marktkoopman die hem aan mij verkocht vertelde me dat hij eetbaar was. Bij thuiskomst heb ik uiteraard wat naslagwerk gedaan en toen las ik dat je de Patisson niet al te groot moet laten worden, maximaal 15 cm. Je zou ze moeten eten als ze jong zijn, zolang de schil nog een beetje zacht is en de vrucht nog het meeste weg heeft van een courgette.
Nu staat de pompoen als decoratie op de kast. Ach, beter een pompoen op de kast dan zelf op de kast.
To eat or not to eat that is the question.

Je kunt eindeloos varieren met pompoen! Wat te denken van pompoensoep met kerrie en prei, of pompoenquiche of een hele verassende  pompoenchutney… om zomaar wat te noemen.

Tastyshot

This site, contents and images are copyright © Gitta Polak. Images may not be downloaded, copied, used or published without permission.

Website│Design by Gitta Polak